Anne heeft haar leven op de rails, zo lijkt het toch naar de buitenwereld.
Ze is een mooie verzorgde vrouw en haar man is een succesvol zakenman. Anne staat hem bij doordat ze hem administratief ondersteunt én ze zorgt voor een aangename ontvangst van de klanten.
Zo staat Anne ook naast mij voor de weide met de paarden, met een grote lach op haar gezicht, keurig aangekleed en klaar om de paarden te ontmoeten.
Terwijl we voor de weide staan vertelt ze over haar dubbel gevoel die ze heeft in haar dagelijks leven. Ze houdt van haar man en vind het fijn dat ze kan bijdragen aan het welslagen van zijn zaak doordat ze de klanten een goede ontvangst geeft. Terzelfdertijd geeft ze aan dat het haar soms zwaar valt om steeds de warme zonnige persoon te zijn terwijl ze ook vaak zorgen heeft. Bijvoorbeeld over haar zoon die het minder goed doet op school en haar soms het gevoel geeft van afwijzing. Ze vertelt dat ze dan erg haar best doet om er voor hem te zijn en hem te ondersteunen maar dat ze het gevoel heeft dat dit ‘niet aankomt’ bij hem.
Ook in de relatie met haar man heeft ze soms haar twijfels over haar plek en rol. Ze kan niet klagen hoor, want ze leven royaal en krijgt alles wat ze verlangt van haar man. Toch mist ze iets, een soort van rust en samenhorigheid die ze verder nog niet goed kan beschrijven.
‘Maar goed,’ - geeft ze aan met een grote glimlach op haar gezicht- ‘Ik heb genoeg vertelt over de zaken die stroef lopen, de paarden staan op me te wachten.’
Samen lopen we de weide op waarop de paarden vredig staan te grazen, ze lijken in eerste instantie niet veel aandacht te geven aan onze aankomst op de weide.
Anne neemt even de tijd om naar de verschillende paarden te kijken en even later beweegt ze in de richting van Luna, de grootste merrie van de kudde.
‘Wat een mooi paard!’ Roept ze uit. Luna blijft in eerste instantie verder grazen tot Anne op een paar meter van haar komt te staan. Anne heeft nog steeds een grote glimlach op haar gezicht en zegt dat ze iets met deze mooie merrie wil doen. Op dat moment kijkt Luna op in de richting van Anne en Anne stapt met enthousiasme op haar af. Luna blaast een keer en stapt weg van Anne, hoe meer Anne naar haar toestapt hoe verder Luna weg stapt.
Anne draait zich naar me toe en ik zie dat haar gezicht vertrekt, ze wil nog steeds haar glimlach behouden maar dit valt haar zwaar.
‘Ze loopt weg van me….’
Ik geef haar even de tijd om deze ervaring te plaatsen. Anne kijkt heen en weer van mij naar Luna en telkens als ze toenadering tot Luna zoekt stapt deze weer verder weg zodat dezelfde afstand tussen hen behouden blijft.
‘Ze wil me echt niet in haar buurt’ zegt Anne en ik merk dat ze hier emotioneel van wordt. Haar glimlach verdwijnt van haar gezicht en terwijl ze diep uitademt begint ze te huilen. ‘Hier ben ik nu telkens zo bang voor’ – ‘dat anderen me niet leuk gaan vinden en niet bij mij willen zijn’
‘Daarom zorg ik er steeds voor dat ik een grote lach op mijn gezicht heb en dat ik anderen rondom mij een zo goed mogelijk gevoel wil geven’ ‘Dat is voor de klanten van mijn man ook echt belangrijk. Ik ben de gastvrouw en ik zorg ervoor dat ze zich goed voelen en mijn man zich kan focussen op de zakelijke deals. Nu ik hier sta bij de paarden, wil ik ook mijn beste beentje voorzetten en dit paard loopt gewoon weg van mij.‘
‘Dat is confronterend, ik weet niet hoe ik nog meer mijn best kan doen omdat ze me leuk zou vinden.’
Ik zeg aan Anne dat ik zie dat dit haar aangrijpt, ze zucht diep en huilt. Ik geef aan het ze hier verdrietig om mag zijn en geef haar even de tijd. Vervolgens vraag ik haar om enkele ademhalingsoefeningen te doen en zich daarbij te richten op hoe haar lichaam aanvoelt.
Na enkele minuten stopt ze met huilen en ontspant haar lichaam zichtbaar. Toen zei ze: ‘Ik ben zo opgelucht dat ik hier even geen rol moet innemen, dat ik gewoon even mezelf mag zijn. Dat doet deugd in al mijn spieren en in mijn hoofd.’
Op dat moment draait Luna zich om en stapt op Anne af, de grote merrie gaat vlak naast haar staan en legt haar hoofd tegen haar aan. Beiden staan een tijdje zo tegen elkaar aan, ikzelf zet een stapje achteruit en laat het gebeuren.
Anne kijkt me aan en ze huilt opnieuw. ‘Dit zijn tranen van geluk’ zegt ze. ‘Luna heeft me net een belangrijke levensles gegeven, namelijk dat ik dicht bij mezelf en mijn gevoelens mag blijven, dat ik echt ik mag zijn. Weet je, ik denk dat mijn zoon me eigenlijk dezelfde boodschap geeft, alleen had ik het nog nooit zo duidelijk begrepen.’
Anne stapt rond in de weide en Luna stapt met haar mee, ze bewegen samen terwijl ze allebei ook trouw mogen zijn aan zichzelf. ‘Dit is mooi, zegt ze, dit is wat ik wil, samen verbinden, samen in beweging zijn vanuit wie we echt zijn en dit zonder masker om de ander te plezieren.’ ‘Dit is belangrijk voor me, ook in het contact met de klanten van mijn man. Vanaf nu ga ik nog een betere gastvrouw zijn, niet omdat ik meer mijn best doe, wel omdat ik met hen wil verbinden vanuit wie ik ben en samen met hen wil ‘bewegen’. Ik denk dat dit de ‘zakelijke beweging’ die ze met mijn man willen maken ook positief kan beïnvloeden.’
Anne geeft Luna nog een knuffel, bedankt haar en zegt haar de volgende sessie te komen vertellen hoe ze deze waardevolle levensles die ze van haar kreeg heeft kunnen toepassen in haar dagelijks leven.
Anne stapt de weide uit en glimlacht terwijl ze me aankijkt. Ik zie een hele oprechte en ontspannen glimlach. Anne zegt me nogmaals dat ze zich helemaal ontspannen voelt en dat ze het gevoel heeft terug te kunnen genieten van de zaken die ze zal doen.